Denk jij zwart wit, werkzen

Zwart-wit denken betekent veel denken in of – of. Je bent tegen of je bent voor, je hebt gelijk of je hebt ongelijk, het kan wel of het kan niet, je bent arm of rijk, bang of blij. Zwart-wit denken beperkt je en zet je gevangen.

Zwart-wit denken, is denken in tegenstellingen. Problemen zien en geen mogelijkheden.
Ook gedachten als: ‘Ik ben slim en jullie zijn dom.” Het zijn gedachten die zorgen voor afscheiding en ongelijkheid.

Deze bijzondere tijd laat de tegenstellingen duidelijk zien en voelen. Zwart-wit denken is niet voedend. Het creëert tegenstrijdigheden, onvrede, teleurstelling en veelal ondankbaarheid.

Denken in en – en geeft ruimte en kleur. Alles is immers met elkaar verbonden. Het een is en bestaat niet zonder het ander. Twee kanten van dezelfde medaille. Het is praktisch onmogelijk om 1 kleur te bekennen, terwijl dit al generaties lang van ons wordt gevraagd.

Denken in kleur is wanneer je je innerlijke stem, je hart, erbij betrekt. Daar vind je ook inspiratie, voldoening, verbinding, dankbaarheid en passie. Dan zie je mogelijkheden in plaats van problemen en ervaar je ruimte in plaats van beklemming. En wie wil nu niet werken en leven met deze kwaliteiten?

“Do what you love
Love what you do”

Een inspirerend verhaal:

De gebarsten emmer

Een waterdrager in India had twee grote emmers. Elke emmer hing aan één kant van een juk dat hij over zijn schouders droeg. Eén van de emmers had een barst en de andere emmer was in perfecte staat. Terwijl die tweede emmer aan het einde van de lange weg tussen de rivier en het huis van de meester een volle portie water afleverde was tegen die tijd de gebarsten emmer nog maar half vol.
Dat ging zo jaren door. De waterdrager leverde altijd anderhalve emmer water af in het huis van zijn meester. Natuurlijk was de goede emmer bijzonder trots op zijn prestaties omdat hij perfect voldeed voor het doel waarvoor hij gemaakt was. De arme gebarsten emmer was beschaamd om zijn gebrek en voelde zich ellendig omdat hij maar de helft kon presteren van wat je van hem had mogen verwachten.

Nadat hij zich jarenlang als een mislukking had beschouwd begon hij op een dag bij de rivier tegen de waterdrager te praten. “Ik ben beschaamd over mezelf en ik wil me bij jou verontschuldigen.” “Waarom?”, vroeg de waterdrager, “waarom ben je beschaamd?” “Omdat ik de laatste jaren slechts in staat ben geweest om maar een halve portie water af te leveren. Door die barst in mijn zijwand verlies ik voortdurend water onderweg naar het huis van je meester. Door mijn falen moet jij zo hard werken en krijg je niet het volle loon voor je inspanning,” antwoordde de emmer.

De waterdrager kreeg medelijden met de oude gebarsten emmer. Troostend zei: “Als we straks teruggaan naar het huis van mijn meester moet je eens goed letten op die prachtige bloemen aan de kant van de weg”. En inderdaad, toen ze de heuvel opliepen zag de gebarsten emmer de prachtige wilde bloemen langs de kant van de weg en dat bracht hem toch een beetje troost. Maar aan het einde van de reis voelde hij zich toch weer ongelukkig omdat de helft van het water weer was weggelopen en hij verontschuldigde zich opnieuw bij de waterdrager omdat hij weer had gefaald. De waterdrager bekeek de emmer en zei: “Heb je dan niet gezien dat er alleen maar bloemen groeien langs jouw kant van de weg en niet langs de kant van de andere emmer? Dat komt omdat ik altijd wist dat je een beetje lekte en ik heb daar mijn voordeel mee gedaan. Ik heb bloemzaadjes geplant aan jouw kant van de weg en elke keer als we terugkwamen van de rivier heb jij ze water gegeven. Zo heb ik jarenlang telkens prachtige bloemen kunnen plukken om de tafel van mijn meester mee te versieren. Als jij niet zou zijn zoals je nu eenmaal bent dan zou zijn huis er nooit zo prachtig uitzien.”

Vergelijkbare berichten